Soms is het aanbod van energie groter dan de vraag. Er wordt dan meer stroom opgewekt dan verbruikt. De prijs van de stroom gaat dan in de min. Dat is een negatieve stroomprijs. Hét moment om energie te verbruiken.
De beursprijs van energie wordt beïnvloed door vraag en aanbod. Als er meer stroom wordt opgewekt met de wind en de zon, neemt de vraag naar traditionele energiebronnen af. Op dat moment daalt de beursprijs. Deze kan zelfs zo ver dalen dat de prijs onder de €0,- uitkomt en dus negatief is. Meestal betekent dat niet dat je geld terugkrijgt.
Bovenop de beursprijs per kWh betaal je een aantal andere kosten: energiebelasting, btw en inkoopvergoeding. Daardoor is de prijs van stroom bijna altijd boven de €0,-. Pas als de beursprijs lager is dan €-0,15, wordt het stroomtarief negatief. Dit kan voorkomen bij het afnemen én het terugleveren van stroom. Je krijgt dan betaald om stroom af te nemen, en je betaalt als je stroom teruglevert. Een negatief stroomtarief komt niet vaak voor.
Lees meer over negatieve stroomprijs.